Na de corona-lockdown zijn in de Duitse Bundesliga ondertussen (2 juni 2020) vier competitierondes gespeeld zonder publiek. In andere Europese landen, waaronder Engeland, Spanje en Italië, wordt de competitie halverwege juni 2020 hervat. Wat zijn de effecten van het spelen in een stadion zonder toeschouwers op het eindresultaat?
Het effect van toeschouwers op sportprestaties is één van de eerste gedocumenteerde sportpsychologische bevindingen. In 1898 publiceerde de Amerikaanse psycholoog Norman Triplett een studie waarin hij liet zien dat wielrenners beter presteerden in een competitieve context. Dat wil zeggen, wanneer ze tegen een tegenstander streden, fietsten wielrenners sneller dan wanneer ze alleen tegen de klok reden. In vervolgstudies demonstreerde hij dat simpelweg de aanwezigheid van toeschouwers hetzelfde effect had, een fenomeen dat bekend is geworden onder de term sociale facilitatie. Mogelijk zorgen toeschouwers, en het gevoel beoordeeld te worden, voor een verhoogd arousal niveau bij de sporter, mogelijk via een licht verhoogd testosteronniveau. Arousal maakt sporters alerter, gemotiveerder en wilskrachtiger om een goede prestatie te leveren. Belangrijk is wel dat de taak wordt beheerst, wat bij experts en topsporters het geval is. Heb je de vaardigheden niet, dan kan de aanwezigheid van toeschouwers juist leiden tot choking. Dat wil zeggen, een hoog arousal-niveau en veronderstelde verwachtingen van anderen leiden dan eerder tot meer fouten en een slechtere prestatie.
Presteren profvoetballers in een leeg station minder goed?
Dat is niet heel waarschijnlijk. Ten eerste is het stadion niet helemaal leeg. Aanwezig in het stadion zijn – onder meer – medespelers, tegenstanders, trainers, staf, scheidsrechters, journalisten, en stadionpersoneel. Ook dat zijn toeschouwers. Ten tweede worden er televisieopnames gemaakt; de spelers weten dat er virtueel miljoenen toeschouwers zijn. Ten derde worden de wedstrijden “en plein public” becommentarieerd, besproken en geëvalueerd. Kortom, er is geen reden om de veronderstellen dat het effect van sociale facilitatie bij afwezigheid van betaald publiek in het stadion minder sterk zal zijn.
Hebben voetballers voordeel van thuispubliek?
Het thuisvoordeel in het mannenvoetbal is goed gedocumenteerd in de sportpsychologische literatuur. Voetbalteams die in het eigen stadion spelen, of nationale voetbalteams die in eigen land spelen, maken een grotere kans op de overwinning dan het bezoekende team. In de loop van de tijd is het thuisvoordeel wel iets afgenomen, mogelijk vanwege het toenemende aantal (min of meer) neutrale toeschouwers bij voetbalwedstrijden, met name op het allerhoogste internationale niveau. Het thuisvoordeel is ook iets minder sterk in andere teamsporten (zoals basketbal, hockey, volleybal en American football). Voor individuele sporters lijkt “uit of thuis” nauwelijks relevant te zijn voor het eindresultaat.
Hoe kan het thuisvoordeel worden verklaard?
Vaak wordt het thuisvoorbeeld verklaard door de steun van het fanatiek meelevende thuispubliek; het publiek schreeuwt het thuisspelende team als het ware naar de overwinning. In die redenering wordt verondersteld dat het thuisspelende team meer voordeel heeft naarmate de aanhang groter, het stadion voller, en het publiek luidruchtiger is. Echter, deze factoren blijken nauwelijks consistent samen te hangen met het eindresultaat van wedstrijden. Soms worden er zelfs negatieve effecten gevonden, bijvoorbeeld bij belangrijke beslissingswedstrijden (zoals playoffs) wanneer de publieke verwachtingen hooggespannen zijn. Goedbedoelde sociale steun van het publiek kan in die situaties door de spelers worden ervaren als sociale druk. Denk nog maar even terug aan de wedstrijd Ajax-Tottenham Hotspur (2-3) op 8 mei 2019. Na de 0-1 uitzege verwachtte de volle Arena dat Ajax deze “once in a lifetime” kans zou gaan pakken en zich voor de Champions League finale zou gaan plaatsen ….
Andere factoren die het thuisvoordeel kunnen verklaren zijn de vertrouwdheid met het eigen stadion, wat mogelijk mentale rust geeft. Of het niet hoeven reizen, waardoor het thuisspelende team minder vermoeid is. Dit laatste voordeel is groter naarmate er door de bezoekers verder gereisd moet worden in termen van afstand en hoogte.
Ook verwachtingen van de trainer/coach en sporters kunnen een rol spelen. Zo is uit een scenario-onderzoek gebleken dat coaches bij thuiswedstrijden, in vergelijking met uitwedstrijden, hogere verwachtingen hebben, moeilijkere doelen stellen, en sterker geneigd zijn om aanvallend en met lef te spelen. Ook jeugdspelers dichten zichzelf meer kansen toe in thuiswedstrijden, wat de basis is voor een selffulfilling prophecy.
Maar de empirisch sterkst onderbouwde verklaring voor het thuisvoordeel is de arbitrage. Mede door het thuispubliek hebben met name relatief onervaren scheidsrechters onbewust de neiging om het thuisspelende team te bevoordelen. Zo laat onderzoek zien dat boe-geroep leidt tot meer scheidsrechtelijke beslissingen ten nadele van het bezoekende team.
Kan het thuisvoordeel verklaard worden door de aanwezigheid van thuispubliek?
Omdat de arbitrage het thuisvoordeel het best lijkt te verklaren, kan worden verwacht dat bij fysiek afwezig publiek het thuisvoordeel grotendeels verdwijnt. Immers, scheidsrechters die niet (onbewust) worden beïnvloed door het thuispubliek zullen neutralere beslissingen nemen (een effect dat ook optreedt bij ondersteuning en correctie door een videoscheidsrechter).
Echter, dat het thuisvoordeel verdwijnt bij afwezigheid van toeschouwers blijkt niet zo vanzelfsprekend te zijn. Op basis van 20 wedstrijden die in het seizoen 2006-2007 in Italië (serie A en B) werden gespeeld zonder publiek (vanwege veiligheidsproblemen), concludeerde de Nederlandse onderzoeker Niels van de Ven namelijk dat het thuisvoordeel overeind bleef. De eerste vier rondes in de Bundesliga na de Corona-lockdown doen daarentegen weer anders vermoeden. Van de 36 wedstrijden werd precies de helft gewonnen door het uitspelende team, 10 wedstrijden eindigden onbeslist, en slechts 8 leverden een overwinning op voor het thuisspelende team. Deze voorlopige Bundesliga-statistieken suggereren niet alleen dat het thuisvoordeel verdwijnt; spelen achter gesloten deuren lijkt om te slaan in een thuisnadeel!
Vooralsnog kunnen we dus geen eenduidige conclusies trekken over thuisvoordeel bij afwezigheid van toeschouwers. Aannemelijk is dat de kwaliteit van de arbitrage beter zal zijn. Als mede daardoor zowel thuis- als uitspelende teams de verwachting hebben dat het thuisvoordeel wegvalt, dan zou dat wel eens een mentaal voordeel kunnen opleveren voor het bezoekende team. Een hypothese die binnen afzienbare tijd kan worden getoetst aan de hand van het uniek grote aantal wedstrijden dat zonder publiek in verschillende Europese landen wordt gespeeld.
Het besluit om professionele voetbalwedstrijden zonder publiek te laten plaatsvinden was om diverse redenen niet onomstreden. Door de sportwetenschappen wordt de gift in ieder geval in dankbaarheid aanvaard!
vvvvvvv
Nawoord
Bovenstaand blog is gepubliceerd tijdens de eerste lockdown in juni 2020. Een klein jaar later (april 2021) is ons paper gepubliceerd waarin we laten zien dat het typische thuisvoordeel kan verdwijnen bij afwezigheid van toeschouwers (zoals in Duitsland), maar niet noodzakelijkerwijs (zoals in Spanje, Italië en Engeland). We concluderen ook dat meer specifieke data nodig zijn om de vraag te beantwoorden waarom het thuisvoordeel wel of niet verdwijnt. Dat betreft – bijvoorbeeld – gegevens over de voorbereidingen op de wedstrijden, de gekozen tactiek, en inzet, focus, vertrouwen en veerkracht van de spelers.
Ons artikel vind je door onderstaande deze link te volgen.
Meer lezen?
Audience influences on athlete performances – Strauss & MacMahon (2014)
The home field advantage in athletics: A meta-analysis – Jamieson (2010)
Video