PyeongChang

Op de olympische spelen wil je als atleet niet onder je kunnen presteren. De atleten die keihard hebben getraind om hun topniveau te bereiken èn weten te voorkomen dat er op het moment suprême prestatieverlies optreedt, zijn de ware olympisch kampioenen. Wat zijn de oorzaken van prestatieverlies?

De atleten van Team NL, voornamelijk schaatsers, treffen de laatste voorbereidingen voor de Olympische Winterspelen in het Zuid-Koreaanse PyeongChang. Er zijn ruim 100 gouden medailles te verdienen, waar zo’n 3000 kanshebbers, waaronder ruim 30 Nederlanders, voor zullen gaan strijden. Na de strenge selectie om überhaupt deel te mogen nemen, is de kans op een gouden medaille dus niet bijzonder groot.

Is dat een probleem?

Neen! Het moet natuurlijk wel een exclusieve aangelegenheid blijven. Atleten moeten een unieke prestatie leveren om zich Olympisch Kampioen te mogen noemen. Op het juiste moment laten zien dat je de beste van de wereld bent, beter dan je ook zeer getalenteerde, en net zo hard werkende tegenstanders. Wat een uitdaging, mooi!

De uitverkoren deelnemers in PyeongChang beseffen als geen ander dat ze de unieke kans hebben om olympisch goud te pakken, om een kroon te zetten op hun sportieve loopbaan. Meedoen wordt van oudsher al als eervol ervaren, laat staan winnen. Dat geldt niet alleen voor (vooralsnog) ongetroonde olympiërs als Kjeld Nuis en Antoinette de Jong. Ook door de wol geverfde kandidaten als Sven Kramer en Ireen Wüst willen niets liever dan wederom kampioen worden. Sven Kramer heeft al meerdere gouden medailles op zak, maar hij is nog nooit olympisch kampioen geworden op de 10.000 meter, net als de 5000 meter zijn afstand. Ireen Wüst heeft de laatste drie edities van de Olympische winterspelen (2006, 2010, 2014) afgesloten met een gouden medaille. Reken maar dat ze daar in 2018 nog minstens één graag aan toe wil voegen.

Olympisch debutant Kjeld Nuis is eveneens gretig. Na de deceptie van 2014, toen hij ook al één van ’s werelds beste 1000 meter rijders was en zich niet wist de kwalificeren voor de olympische spelen, neemt hij in PyeongChang met niets minder genoegen dan goud op de 1000 meter. En ook up-and-coming Antoinette de Jong meldt zichzelf graag met een gouden medaille om de nek bij de huldiging op Paleis Noordeinde een maand na de spelen.

Om dit te bereiken hebben Sven, Ireen, Kjeld, Antoinette en alle andere (Nederlandse) atleten, het afgelopen jaar, en de jaren daarvoor, zich het snot voor de ogen getraind. De meesten hebben nu, een week voor de spelen, potentieel het niveau om olympisch kampioen te worden, hoewel de kans voor de één wellicht wat groter is dan voor de ander. De kunst is nu om op het juiste moment te pieken. Het hoge niveau dat ze momenteel hebben, moet er via persoonlijke of baanrecords op het moment surprême ook uitkomen. Anders gezegd, prestatieverlies, of onder je kunnen presteren, moet worden voorkomen. Als dat lukt, dan wordt de kans op olympisch goud beduidend groter, en voor sommigen zelfs een bijna gegarandeerde uitkomst.

Wat zijn de oorzaken van prestatieverlies?

Vaak zijn dat van de taak afleidende, interne factoren, zoals angsten en negatieve gedachten. Als buitenstaander zou je denken dat atleten het geweldig vinden om op olympisch niveau te strijden. In tegenstelling tot veel van hun collega’s die de selectie niet hebben gehaald, mogen zij naar PyeongChang! Geweldig toch?

Dat vinden de gekwalificeerden wellicht ook, maar daarbij zullen ze flink in de stress zitten omdat ze het beste van zichzelf willen laten zien en vooral willen winnen! En als je heel graag wilt winnen, dan kan het niet anders dan dat bij tijd en wijle, of misschien wel vaak, de gedachte bij je opkomt dat je ook wel eens zou kunnen verliezen. Of dat je net die dag waarop het moet gebeuren, niet je topvorm te pakken hebt. Of dat je de buitenbaan loot, waardoor je de laatste binnenbocht hebt waar je altijd moeite mee hebt. Of dat je als eerste van de favorieten moet starten, waardoor je concurrenten zich op jouw tijd kunnen richten. Of dat je bij een slecht resultaat een minder aantrekkelijke aanbieding van je sponsor krijgt, of geen sponsor meer kunt vinden. Of dat jij of je directe tegenstander een valse start maakt, waardoor je bij de herstart niet haarscherp kunt vertrekken, of erger nog, dat je een tweede valse start maakt en gediskwalificeerd wordt. Of dat je de nacht(en) voor de wedstrijd slecht slaapt, en vermoeid aan de start verschijnt en niet optimaal kunt presteren. Of dat je deze unieke kans niet pakt; het moet NU gebeuren, je bent in de kracht van je leven, je bent dit seizoen de beste; dit is JOUW KANS om goud te pakken. Of dat je uitglijdt over een blokje. Of dat je ’s ochtends opstaat met zware benen. Of dat je iets verkeerd eet, darmklachten krijgt en verzwakt raakt. Of dat dit je allerlaatste, reële kans is op een gouden medaille. Of dat, als je het weer niet laat zien op het moment dat het moet, je door journalisten wordt gekwalificeerd als mentaal zwak. Of dat je je nervositeit niet onder controle kunt krijgen en na je slechte start direct in verloren positie ligt. Of dat je je familie, vrienden, coach en sponsor niet teleur wilt stellen. Of dat je je concentratie verliest en een domme fout maakt. Of dat je bij verlies moet concluderen dat al je trainingsarbeid voor niets is geweest en dat je bent mislukt als schaatser. Of dat je tegenstander misschien wel een superdag heeft waardoor jij naast het goud grijpt, ondanks een uitstekende rit; typisch iets dat alleen jou kan overkomen. Of dat het die dag niet jouw ijs is; het is te zacht, te hard, of te stroef, en dat is in jouw nadeel. Of dat als het niet lukt, je dit je leven zal blijven achtervolgen. Of dat de starter jou weer te lang laat wachten, waardoor je slecht wegkomt. Of dat je bij de wissel slecht uitkomt en je tegenstander voor moet laten gaan en kansloos bent voor de eindzege. Of dat je materiaal je in de steek laat, of je ijzers niet optimaal geslepen zijn. Of dat je totaal verzuurd raakt en de laatste ronde nauwelijks doorkomt. Of dat het in je lies schiet bij de start. Of dat je door een misslag of technische fout je kansen verspeelt. Of dat je coach je de verkeerde baan instuurt. Of …..

Helaas, dit soort gedachten zijn onvermijdelijk. Diegenen die weten te voorkomen dat er desondanks geen prestatieverlies optreedt, zijn de ware olympisch kampioenen. It’s the psychology, stupid!

Verder lezen?

Eerder verschenen sportscience.blogs over het voorkomen van prestatieverlies:

Zie ook: Your brain can be trained to self-regulate negative thinking – Bergland

Video:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *